‘Leren doe je pas als het voor het echie is’

Ruşen Koç heeft een missie: jonge moslim makers met elkaar verbinden zodat ze beter worden en een groter podium krijgen. Daarvoor startte hij vorig jaar de Creative Muslim Club. Ruşen wil het Stadmakersfestival gebruiken om ‘zijn’ Haagse makers in de schijnwerpers zetten.

< Ruşen Koç in Het Zicht, Zuidwest: ‘Ons straatje.’>

Ruşen verontschuldigt zich. Hij heeft het druk, hij is vijf minuten te laat. Op de ochtend van het interview, had hij zichzelf beloofd, mocht hij om zeven uur opstaan. Zeven uur! Voor hem is dat uitslapen. ‘Normaal sta ik op om half zes, dan bidden en aan het werk, dat is mijn ding.’

Ruşen startte met zijn Creative Muslim Club in januari 2023. Hoofddoel is om jonge moslim makers bijeen te brengen en ze in staat te stellen om betere en mooiere dingen te maken: lokaal, nationaal en internationaal. ‘We zitten nog in de opstartfase. Eigenlijk is ons netwerk in Amsterdam en Rotterdam groter dan in Den Haag’, zegt Ruşen. ‘Maar inmiddels nemen de Amsterdammers ook de moeite om naar Den Haag te komen. En op ons eerste evenement kwamen mensen uit heel Europa af.’

Tegelijkertijd is de Creative Muslim Club ook sterk aanwezig in de wijk waar Ruşen zijn kantoorruimte heeft, De Zichten in Den Haag Zuidwest. Daar willen Ruşen en zijn collega’s creatieve Haagse jongeren onder de vleugels nemen, laten zien dat ze geld kunnen verdienen met hun talent en als het even kan aan werk helpen. ‘Iedereen heeft iemand nodig die zegt: kom op, dóe het maar! Leren doe je pas als het voor het echie is. Als het fout gaat, gaat het fout. Niet erg. Ik heb zelf wel 100.000 fouten gemaakt in mijn leven.’

Eigen verhaal

Juist jonge moslimmakers en makers uit de wijk kunnen zo’n no-nonsense instelling gebruiken, vindt Ruşen. ‘De problematisering van moslims gaat zo diep dat het haast onmogelijk is om je eigen verhaal te vertellen’, zegt hij. ‘De frames zijn heel sterk. Migranten worden altijd maar verbonden aan vraagstukken en problemen, door zowel rechts als links. Soms heel subtiel. Word je een keer uitgenodigd voor een tv-programma, dan merk je het aan de vraagstelling; je bent altijd een allochtoon uit een moeilijk milieu die zich heeft opgewerkt. Waarmee je eigenlijk tegen de rest zegt: jij doet niet hard genoeg je best. Op die manier kun je je eigen verhaal bijna niet vertellen. Wij, de derde generatie, zeggen: wij hebben niemand iets uit te leggen, laat ons gewoon de verhalen vertellen die voor ons van belang zijn. Dat is ons motto: be unapologetic. Je hoeft aan niemand uit te leggen waarom het belangrijk voor jou is om te zijn wie je bent of waarom je een hoofddoek draagt.’

Altijd open

Uitvalsbasis van de Creative Muslim Club is een voormalig winkelpand in De Zichten in Zuidwest. Ruşen en zijn collega’s vatten hun taak ruim op. ‘Ik zet me af tegen de term sociaal ondernemer. Ik vind: als je als ondernemer een goede plaats inneemt in de gemeenschap, maak je die gemeenschap beter. Dus staat deur staat altijd open voor de jongeren in deze wijk. Om huiswerk te maken of om gesprekken te voeren over hun toekomst met de makers die hier over de vloer komen. Ik geef ze bijles in aanloop naar een toetsweek als dat nodig is, maar ze mogen hier ook de koelkast plunderen. In het grote geheel is het helemaal niet erg dat ik per maand wat extra uitgeef aan boodschappen. Mensen komen hier ook langs voor hulp met hun belastingaangifte. Zat ook niet in mijn businessplan.’

Noodgedwongen

Ruşen zal zijn bijdrage aan het Stadmakersfestival noodgedwongen online leveren. Hij moet die dag in 7000 kilometer verderop zijn, in Atlanta, waar hij een week lang leiderschapstrainingen volgt met een internationale groep van uitgeselecteerde jonge ondernemers met een maatschappelijke drive. Een ongelukje zou je kunnen zeggen – hij vulde ’s nachts een inschrijfformulier in en verwachtte niet dat hij ooit zou worden uitgenodigd. Dus wel. Zul je altijd zien.

Tijdens de workshop die hij geeft op het Stadmakersfestival, samen met Ezra Immanuel van The Digital Makerspace, wil Ruşen vooral jonge Haagse makers een podium geven. Ze gaan met elkaar in gesprek over de betekenis van hun werk, delen succesverhalen en laten dingen zie die ze hebben gemaakt, vooral grafisch werk en film. ‘Er loopt hier in Den Haag heel veel talent rond. Ik wil iedereen op dat festival doordringen van het idee: als je de volgende keer een opdracht hebt, denk dan aan ons eigen, Haagse talent, in plaats van dat externen ermee aan de haal gaan die Den Haag helemaal niet kennen. Ik kom uit de Schilderswijk. Zolang ik me kan herinneren, wordt daar gepraat over de vraag: hoe betrekken we jongeren? Ik zeg: put your money where your mouth is. Hier zijn we, maak gebruik van ons.’

Deel dit artikel