‘Alles voelt hier meer betekenisvol’

Een plek waar vrouwen uit Laak welkom zijn om elkaar te ontmoeten en zich te ontplooien – dat is wat het VrouwenBuurtLab in de Van Meursstraat wil zijn. En dat lukt: elke dag is er wel wat te doen, en de vrijwilligers zijn onlangs uitgeroepen tot Haags Vrijwilligersteam 2024.

Het team van het VrouwenBuurtLab toont trots de onderscheiding voor het Haagse Vrijwilligersteam 2024.

Waarom is het nodig, een buurthuis in Laak speciaal voor vrouwen? Daar hoeft vrijwilliger Anouska Hummel niet lang over na te denken. ‘Voor het sociaal contact, en om jezelf te ontdekken. Wat kan je? Wat wil je? Anders zit je alleen maar thuis met de kinderen.’

Precies dat was de reden dat Noortje van der Kaaden, inmiddels met pensioen, zo’n drie jaar geleden begon met het VrouwenBuurtLab. Veel vrouwen in Laak komen amper de deur uit, om heel verschillende redenen. ‘Bij vrouwen met een migratieachtergrond is het vaak de cultuur’, zegt vrijwilliger Souha Al Sadawi, die twee keer per week naailes geeft in het VrouwenBuurtLab. ‘De vrouw blijft thuis. Maar als je thuis blijft, weet je niks en heb je niemand om mee te praten.’

Huiselijk geweld en onderdrukking achter de voordeur komen ook voor, zegt vrijwilliger Sowyen Martina. ‘Dan kun je in een isolement raken of zelfs in een depressie. Misschien weet je niet eens dat dat met je aan de hand is. Je voelt je gewoon heel klein.’

‘Hier luisteren we naar elkaar met respect’, zegt gastvrouw Nifessa Morsy. ‘Soms komen mensen hier met hun problemen. Dan gaan we samen op zoek naar een oplossing.’

Hecht en warm

Het VrouwenBuurtLab is een hechte, warme omgeving; dat zie je direct als je binnenkomt. Op een doordeweekse ochtend is het een komen en gaan van vrouwen; alleen, of met hun kinderen. En als Anouska, Souha, Sowyen en Nifessa samen met collega Wanda Hummel – de moeder van Anouska – om tafel zitten, voelt het als een vriendinnenclub.

‘In het begin kwam ik hier omdat ik iets wilde teruggeven aan de buurt’, zegt Wanda. ‘Nu zit ik hier bijna elke dag. Ik denk wel eens: ik neem mijn bed mee.’

Souha: ‘Dit is mijn tweede familie!’

Anouska: ‘We zijn hier allemaal tantes en nichten. Het VrouwenBuurtLab geeft mij geluk. Ik weet niet precies waarom, maar alles voelt hier meer betekenisvol.’

Het VrouwenBuurtLab draait met hulp van zo’n vijftig vrijwilligers. Voor hun inspanningen kregen ze afgelopen najaar in het Museon de onderscheiding uitgereikt voor Haags Vrijwilligersteam 2024. De award staat midden op de koffietafel.

Via via

Vrouwen die zelf de deur niet uit komen zijn niet de makkelijkste doelgroep om te bereiken. Vaak gaat het via via. Stuk voor stuk zijn de vrijwilligers van het VrouwenBuurtLab ambassadeur in de wijk; in de moskee, op het schoolplein, waar ze maar komen maken ze reclame voor hun buurthuis. Dat werkt: bezoekers komen tegenwoordig niet enkel meer uit Laak, maar ook uit andere stadsdelen en zelfs uit Delft. Het pand zelf nodigt ook uit; via de brede ramen kijk je direct naar binnen. Souha merkt het als ze achter de naaimachine zit. ‘Dan zien ze me bezig en zwaaien door het raam: mag ik binnenkomen? Ja, natuurlijk mag dat.’

Ontmoeten, ontdekken, ontwikkelen – dat zijn de drie O’s die het VrouwenBuurtLab bezoeksters wil bieden. En dat doet het op allerlei manieren. Met een dagelijkse koffietafel waar iedereen kan aanschuiven en de maandelijkse aanschuiftafel waar je mee kunt eten. Met een ABC-groep waar deelnemers hun Nederlands kunnen oefenen en met sportlessen: pilates, steps en bellydance. Elke week komt er een loopbaancoach langs, en het VrouwenBuurtLab onderhoudt ook contact met het WerkLeerbedrijf. Niet voor niets: recent gingen bezoeksters van het VrouwenBuurtLab aan de slag in de kinderopvang en in de wijkverpleging. Maar, zegt Sowyen nadrukkelijk, ‘wil je alleen komen koffie drinken, ook prima’.

Moeder-kindlunch

Sinds het VrouwenBuurtLab ook oppas biedt voor kinderen van twee tot vier jaar, weten steeds meer jonge moeders de Van Meursstraat te vinden. Daarvan profiteren niet alleen de moeders, daarvan is Nifessa overtuigd. ‘Voor kinderen is het ook goed als hun moeder zich ontplooit.’

Dat is een bewuste keus, zegt Lotte Reijneveld van kinderopvang Jong Leren die de kinderoppas in het buurthuis coördineert. ‘In het begin kwamen er vooral veel oudere vrouwen. Voor jonge moeders was er niet veel te doen, en veel vrouwen zitten juist binnen omdát ze jonge kinderen hebben. Daarom zijn we gestart met kinderoppas en hebben we ons aanbod wat aangepast. Bijvoorbeeld met de moeder-kindlunch. Daar geven we ook altijd voorlichting over een bepaald onderwerp. Dat kan van alles zijn: van schimmel in huis tot hoe je goed moet tandenpoetsen.’

In de culturele smeltkroes die Laak is, slaat het VrouwenBuurtLab bruggen tussen culturen. Wanda: ‘Het is fijn dat Laak zo’n melting pot is. We kunnen zo veel van elkaar leren.’ Anouska: ‘Je vindt altijd wel iets wat je met de ander bindt. En doordat je met mensen uit andere culturen omgaat, zeg je niet meer “wat raar” maar “dit is anders dan ik gewend ben”.’

Deel dit artikel